Persoonlijke mening op dat laatste: Nee, of lang niet altijd. In ieder geval te weinig. Vanuit praktijkervaring en betrokkenheid bij twee GLB-pilots heb ik meegewerkt aan een rapport over kennisverspreiding binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) (van der Valk, 2024). Of beter gezegd: hoe kan kennisverspreiding afgestemd worden op de leerstijl van de boer en het boerengezin? In de praktijk dus. Maatwerk hierin is essentieel, ‘bruggenbouwers’ en heterogene (leer)netwerken ook. En wat voor de boer geldt, geldt wat mij betreft ook voor de overheid. Onderstaande alinea kan je dus ook lezen door ‘de boer/het boerengezin’ te veranderen in ‘overheid’, naar wens.
Het boerengezin maakt onderdeel uit van een sociale omgeving met bestaande normen en waarden. Dat zorgt voor sociale druk en beïnvloeding. Het aanpassen van normen en waarden doen we o.a. door inzicht te krijgen in elkaars perspectieven. Daarvoor is een omgeving nodig waarin het boerengezin met verschillende maatschappelijke partijen (denk aan ketenpartijen, kennisinstellingen en natuurorganisaties) samen kan werken aan het co-creëren van nieuwe kennis. Bij alle partijen. Het liefst aan de keukentafel in een kleine setting en een omgeving die voor iedereen vertrouwd genoeg voelt. Dat zijn (harde) voorwaarden.
We moeten toe naar een situatie waarin er mét elkaar geleerd wordt – niet over elkaar – in een setting met meer diversiteit. Zover niets nieuws onder de zon. Maar ken jij een boerengezin dat hier tijd voor heeft, zo aan de zijlijn van zijn/haar onderneming en dagelijkse werkzaamheden 7 dagen per week? Systeeminnovatie vraagt tijd, inzicht en ruimte. Op alle fronten.
Hele rapport lezen? Ga dan naar: https://edepot.wur.nl/644009
Bijna 20 jaar ervaring
Team met verschillende specialisaties
Aanpak op maat
Vrijblijvende eerste kennismaking